Als werknemers vaker op kantoor komen, krijgen ze eerder promotie of een hoger salaris. Die overtuiging heeft bijna 9 op de 10 CEO’s wereldwijd.

Dat blijkt uit een jaarlijks wereldwijd onderzoek onder topbestuurders in het bedrijfsleven van accountant en adviesbureau KPMG.

Een ruime meerderheid van de bestuursvoorzitters van bedrijven wereldwijd verwacht binnen drie jaar een volledige terugkeer naar kantoor. Van de ruim 1.300 ondervraagde leiders denkt 83 procent dat het personeel weer alle dagen op kantoor gaat werken. Dat is een forse stijging ten opzichte van vorig jaar (64 procent).

Vooral oudere toplieden lijken vaker terug te vallen op de traditionele manier van werken. Ook is er een verschil tussen mannen en vrouwen. Van de vrouwelijke topbestuurders verwacht 78 procent een volledige terugkeer naar kantoor tegenover 84 procent van de mannelijke leiders. Ook denkt een ruime meerderheid (87 procent) dat medewerkers die vaak op kantoor werken eerder in aanmerking komen voor salarisverhoging of promotie.

Daarnaast blijkt dat 72 procent van de bestuurders vertrouwen heeft in de groeivooruitzichten van de wereldeconomie voor de komende drie jaar. Dat is iets minder dan vorig jaar (73 procent) en nog altijd aanzienlijk lager dan in het eerste jaar van het onderzoek in 2015, toen 93 procent hier nog vertrouwen in uitsprak. Dat het optimisme toch overheerst blijkt ook uit het feit dat 92 procent van de topbestuurders aangeeft het aantal werknemers de komende drie jaar te verhogen. Dat is het hoogste percentage sinds 2020.

Investeren in technologie topprioriteit voor CEO's

Verder blijft technologie voor bijna twee op de drie leiders de grootste investeringsprioriteit. Wel zijn er zorgen over de ethische kant van kunstmatige intelligentie (AI) en noemt 61 procent van de bestuurders dit als grootste zorg. 76 procent van de leiders denkt echter dat de inzet van AI geen negatieve impact heeft op de werkgelegenheid binnen hun organisaties. AI zorgt volgens de toplieden dus niet voor minder banen.

De toplieden zijn zich ook steeds meer bewust van de reputatierisico's die voortkomen uit ESG, dat staat voor Environmental, Social and Governance; oftewel Milieu, Maatschappij en Goed Bestuur. Waar milieurisico's in 2015 nog als minst belangrijke risico werden gezien, beschouwt nu bijna een kwart het niet voldoen aan ESG-verwachtingen als een concurrentienadeel en zegt 76 procent bereid te zijn een winstgevend onderdeel van de organisatie te verkopen als dit onderdeel de reputatie op ESG-gebied schaadt.

LEES OOK: 3 op 4 werkgevers willen geen kantoorplicht voor werknemers